In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over een beroep dat is ingediend door eiser, die stelt dat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op zijn asielaanvraag van 25 juni 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat de minister niet heeft gereageerd op het verzoek van eiser om alsnog binnen twee weken te beslissen. Hierdoor is het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen zestien weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag, met inachtneming van het '8+8 wekenmodel'. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is zij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.