In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiseres tegen de minister van Asiel en Migratie behandeld. Eiseres had eerder al procedures aangespannen tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag. De rechtbank had de minister eerder verplicht om binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding. In deze zaak gaat het om een opvolgend beroep omdat de minister niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van 30 december 2022. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister moet binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit nemen. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is zij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank legt deze dwangsom op als prikkel voor de minister om tijdig te beslissen. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.