ECLI:NL:RBDHA:2025:14905
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) aanvraag van Syrische eiseres in het kader van gezinsleven en belangenafweging
Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door de minister van Asiel en Migratie. Eiseres, een Syrische vrouw, is het niet eens met deze afwijzing en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft op 27 mei 2025 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister en een tolk. De rechtbank oordeelt dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen. De minister heeft gesteld dat er geen gezinsleven bestaat tussen eiseres en haar referent, ondanks dat er wel gezinsleven is met de kleindochter van eiseres. De rechtbank concludeert dat de belangenafweging in het nadeel van eiseres uitvalt, omdat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat de financiële steun van referent niet als bijkomend element van afhankelijkheid kan worden aangemerkt. Ook de gezondheid van eiseres en de samenwoning in Syrië zijn niet voldoende om een afhankelijkheidsrelatie aan te nemen. De rechtbank stelt vast dat de minister alle relevante elementen heeft betrokken in zijn beoordeling en dat de belangen van de Nederlandse staat zwaarder wegen dan die van eiseres. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en de aanvraag voor de verblijfsvergunning regulier is afgewezen. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.