In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op haar bezwaar tegen de beëindiging van haar WIA-uitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft verweerder, het Uwv, een termijn van negen weken gegeven om alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van het griffierecht en proceskosten. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat in gevallen waar een medisch advies van een verzekeringsarts nodig is, er bijzondere omstandigheden kunnen zijn die de beslistermijnen beïnvloeden. De rechtbank heeft verweerder op basis van eerdere uitspraken en de huidige situatie van tekorten aan verzekeringsartsen een redelijke termijn gegeven om de benodigde medische beoordeling te verrichten. De uitspraak is gedaan zonder zitting, omdat het beroep kennelijk gegrond was. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt op 20 augustus 2025.