In deze zaak heeft eiseres, een B.V. uit [plaats], beroep ingesteld tegen het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv) wegens het uitblijven van een beslissing op een herbeoordelingsverzoek van een WIA-uitkering voor een werknemer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een beslissing door het Uwv is overschreden. Eiseres had op 17 oktober 2024 om een herbeoordeling verzocht, maar het Uwv heeft hierop niet tijdig gereageerd. Eiseres heeft het Uwv op 26 december 2024 in gebreke gesteld, maar er is geen beslissing genomen. De rechtbank heeft daarom het beroep gegrond verklaard en bepaald dat het Uwv binnen negen weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat het Uwv deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat het Uwv het door eiseres betaalde griffierecht moet vergoeden en de proceskosten moet betalen, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. S.H. van den Ende op 20 augustus 2025.