Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor zijn moeder in het kader van nareis en voor zijn broers en zussen in het kader van gezinshereniging, gebaseerd op artikel 8 van het EVRM. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet tijdig heeft beslist, aangezien de beslistermijn van 90 dagen, die kon worden verlengd met drie maanden, was verstreken zonder dat er een besluit was genomen. Eiser heeft de minister op 20 januari 2025 rechtsgeldig in gebreke gesteld en het beroep is op 13 februari 2025 ingesteld, wat tijdig is. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat de minister in gebreke is gebleven.
De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen acht weken na verzending van de uitspraak een besluit op de aanvraag bekend te maken. Indien de minister binnen die termijn besluit tot nader onderzoek, moet het besluit binnen twintig weken na verzending van de uitspraak bekend worden gemaakt. Tevens is bepaald dat de minister een dwangsom van € 100 per dag verbeurt voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd en heeft de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser ter hoogte van € 453,50 en het griffierecht van € 194. De uitspraak is openbaar gemaakt op 21 augustus 2025.