Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties I tot en met VIII;
- het verweerschrift met productie 1;
- de aanvullende producties IV en V van [verzoeker] ;
- de aanvullende productie 2 van P-Direkt.
2.De feiten
- de arbeidsovereenkomst eindigt met wederzijds goedvinden op 1 februari 2026;
- [verzoeker] wordt vanaf 1 februari 2025 vrijgesteld van werk;
- partijen houden de inhoud, wijze van totstandkoming en achtergrond van de beëindingsovereenkomst geheim;
- als [verzoeker] deze geheimhoudingsplicht schendt, is hij een boete van € 1.000,- verschuldigd.
- dat [verzoeker] tijdens het gesprek heeft aangegeven dat hij met drie collega’s binnen P-Direkt heeft gesproken over het feit dat hij persoonlijke afspraken heeft gemaakt met de plaatsvervangend directeur van P-Direkt over het einde van het dienstverband en dat deze afspraken zijn vastgelegd, en
- dat gelet op deze verklaring en de uitlatingen van [naam 3] vaststaat dat [verzoeker] zijn geheimhoudingsplicht uit de beëindingsovereenkomst heeft geschonden en hij de daarin opgenomen boete verschuldigd is.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
de inhoud, wijze van totstandkoming en achtergrond’ van de tussen partijen overeengekomen beëindigingsovereenkomst.
135,00