In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 september 2025 uitspraak gedaan in een beroep ingesteld door Stichting Zorgpartners Midden-Holland tegen de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres, een zorginstelling, heeft beroep ingesteld wegens het uitblijven van een beslissing op een herbeoordelingsverzoek van een (ex-)werknemer die een uitkering ontvangt op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Eiseres had op 6 mei 2024 om een herbeoordeling verzocht, maar ontving geen tijdige beslissing van het Uwv. De rechtbank oordeelt dat de termijn voor het nemen van een beslissing door het Uwv is overschreden en verklaart het beroep gegrond. De rechtbank legt het Uwv op om binnen negen weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van het betaalde griffierecht en proceskosten. De rechtbank benadrukt dat in gevallen waar een medisch advies van een verzekeringsarts nodig is, het Uwv in beginsel een termijn van zes weken moet krijgen voor de medische beoordeling, gevolgd door drie weken voor het nemen van een besluit. De rechtbank wijst op de structurele problemen bij het Uwv door een tekort aan verzekeringsartsen, wat bijdraagt aan het uitblijven van tijdige beslissingen.