In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv) op zijn bezwaar tegen de afwijzing van zijn WIA-uitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. Eiser had op 18 november 2024 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 11 oktober 2024, waarin het Uwv had bepaald dat hij niet in aanmerking kwam voor een uitkering. Na het indienen van het beroep op 22 mei 2025, heeft de rechtbank geoordeeld dat het Uwv binnen negen weken na de uitspraak een beslissing op bezwaar moet nemen. De rechtbank heeft ook een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat het Uwv de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is het Uwv veroordeeld tot betaling van het griffierecht en de proceskosten aan eiser. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden op 29 september 2025, en is openbaar gemaakt. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de drukte en het tekort aan verzekeringsartsen bij het Uwv, wat heeft geleid tot de overschrijding van de beslistermijn.