In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 29 september 2025, in de zaak SGR 22/8046, wordt de weigering van het Uwv om eiseres een Wajong-uitkering toe te kennen, beoordeeld. Eiseres, geboren in 2002, had op 6 juli 2022 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, maar het Uwv weigerde deze op basis van het ontbreken van duurzaam arbeidsvermogen. Eiseres was van mening dat haar arbeidsvermogen wel duurzaam ontbrak en heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat het bestreden besluit van het Uwv een motiveringsgebrek vertoonde. Hoewel de rechtbank oordeelde dat eiseres geen Wajong-uitkering kon krijgen, werden de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten. De rechtbank oordeelde dat er geen medische grond was voor het oordeel dat eiseres in de toekomst geen basale werknemersvaardigheden kan ontwikkelen. Tevens werd een schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, waarbij het Uwv en de Staat ieder een deel van de schadevergoeding moesten betalen. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten, en het Uwv veroordeeld tot betaling van proceskosten en schadevergoeding aan eiseres.