Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , V-nummer: [v-nummer] , eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Wat vinden partijen in beroep?
het eerder geldendeartikel 3.103 van het Vb 2000. [9] Over artikel 3.103 van het Vb 2000 heeft de hoogste bestuursrechter geoordeeld dat uit de bewoording noch uit de totstandkomingsgeschiedenis van dat artikel voortvloeit dat het artikel alleen van toepassing is bij regels die behoren tot het materiële recht aan de hand waarvan een aanvraag beoordeeld moet worden. [10] De rechtbank ziet geen aanleiding om daar voor artikel 1.27 van het Vb 2000 anders over te oordelen. Het enkele feit dat er in artikel 1.27 van het Vb 2000 niets vermeld wordt over de beslistermijn is onvoldoende voor een ander oordeel. Ook bij artikel 3.103 van het Vb
wasisdit niet het geval. Dat er in de toelichting bij artikel 1.27 van het Vb 2000 geen procedurele voorbeelden genoemd worden, is ook onvoldoende om te concluderen dat artikel 1.27 van het Vb 2000 alleen maar gaat over het materiële recht.
- Verweerder maakt – als geen van de hieronder genoemde omstandigheden aan de orde is – in beginsel binnen vier weken na de dag van verzending van de uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend;
- Verweerder maakt binnen acht weken na de dag van verzending van de uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend als hij gelegenheid tot herstel van verzuimen biedt;
- Verweerder maakt binnen zestien weken na de dag van verzending van de uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend als hij nader onderzoek in de vorm van een identificerend gehoor of DNA-onderzoek aanbiedt;
- Verweerder maakt binnen twintig weken na de dag van verzending van de uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend als hij zowel gelegenheid tot herstel van verzuimen als nader onderzoek biedt.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag gegrond;
- vernietigt het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op om in beginsel binnen vier weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen;
- draagt verweerder op om binnen acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen als verweerder binnen de vierwekentermijn herstel verzuim biedt;
- draagt verweerder op om binnen zestien weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen als verweerder binnen de vierwekentermijn nader onderzoek in de vorm van een identificerend gehoor of DNA-onderzoek aanbiedt;
- draagt verweerder op om binnen twintig weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen als verweerder binnen de vierwekentermijn herstel verzuim biedt én binnen acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak nader onderzoek in de vorm van een identificerend gehoor of DNA-onderzoek aanbiedt;
- bepaalt dat verweerder aan eiser een dwangsom van € 100,- verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van
- wijst het verzoek om vaststelling van de verbeurde dwangsom af;
- veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten tot een bedrag van
- draagt verweerder op het door eiser betaalde griffierecht van € 194,- te vergoeden.