In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 7 oktober 2025, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had op 21 maart 2024 een asielaanvraag ingediend, maar de minister had niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat eiseres de minister had verzocht om alsnog binnen twee weken te beslissen, wat niet is gebeurd. Hierdoor heeft eiseres beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister wordt opgedragen om alsnog binnen zestien weken na de uitspraak een besluit te nemen op de aanvraag. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen-Telman, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.