In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 14 oktober 2025, gaat het om een beroep dat eiseressen hebben ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. De eiseressen, vertegenwoordigd door mr. U.H. Hansma, stellen dat de minister niet tijdig heeft beslist op hun asielaanvraag, ingediend op 22 juni 2023. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld en vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken. Eiseressen hebben de minister verzocht om alsnog binnen twee weken te beslissen, maar dit verzoek is niet ingewilligd, wat hen heeft doen besluiten om beroep in te stellen.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister wordt opgedragen om binnen vier weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de minister de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiseressen vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden ingezien op rechtspraak.nl.