In deze zaak heeft eiseres, een B.V., beroep ingesteld tegen het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv) wegens het uitblijven van een beslissing op een herbeoordelingsverzoek van een (ex-)werknemer die een uitkering ontvangt op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Eiseres heeft op 6 december 2024 verzocht om een herbeoordeling van het recht van de werknemer op de WIA-uitkering. Aangezien het Uwv niet tijdig heeft beslist, heeft eiseres op 21 juli 2025 beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft bepaald dat het Uwv binnen negen weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat het Uwv de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat het Uwv het door eiseres betaalde griffierecht van € 385,- moet vergoeden en dat het Uwv de proceskosten van € 453,50 aan eiseres moet betalen. De uitspraak is gedaan door mr. L.C. Bannink op 16 oktober 2025.