In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van 21 september 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat de minister niet heeft gereageerd op het verzoek van eiser om alsnog binnen twee weken te beslissen. De rechtbank heeft het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard. De minister is opgedragen om binnen zestien weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag, rekening houdend met het '8+8 wekenmodel'. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen-Telman, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.