In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 14 oktober 2025, zijn eisers, een minderjarige en zijn broer, in beroep gegaan tegen de minister van Asiel en Migratie. De zaak betreft de asielaanvragen die op 9 april 2024 zijn ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet tijdig heeft beslist op deze aanvragen, wat heeft geleid tot de beroepen van eisers. De rechtbank heeft de beroepen ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard. Dit houdt in dat de rechtbank de minister opdraagt om binnen zestien weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvragen. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is hij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting, en de rechtbank heeft enkel een rechterlijke dwangsom opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan geraadpleegd worden via rechtspraak.nl.