In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan over het beroep van eiser tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiser had eerder een asielaanvraag ingediend op 24 februari 2023, maar de minister heeft niet tijdig beslist op deze aanvraag. De rechtbank had in een eerdere uitspraak op 13 maart 2025 de minister een beslistermijn van zes weken opgelegd. Aangezien de minister deze termijn niet heeft nageleefd, heeft eiser opnieuw beroep aangetekend. De rechtbank heeft het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de minister binnen zes weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen op de aanvraag. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is hij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiser vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. R. Tesfai, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.