In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser behandeld tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiser had eerder een procedure aangespannen omdat de minister niet tijdig een besluit had genomen op zijn asielaanvraag. De rechtbank had in die eerdere procedure bepaald dat de minister binnen acht weken een besluit moest nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn, tot een maximum van € 7.500,-. In deze nieuwe procedure stelt eiser dat de minister opnieuw niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 28 januari 2023. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister moet nu binnen vier weken na de uitspraak een besluit nemen, met een nieuwe dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding, tot een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiser vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt op 27 oktober 2025.