In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over een beroep dat eiser heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiser had op 20 januari 2024 een asielaanvraag ingediend, maar de minister had niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De rechtbank oordeelt dat de minister alsnog binnen acht weken een besluit moet nemen op de aanvraag, te rekenen vanaf de dag na de bekendmaking van deze uitspraak. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is hij een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiser vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.