In deze zaak heeft de staatssecretaris van Defensie beroep ingesteld tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) wegens het niet tijdig beslissen op een bezwaar. De rechtbank Den Haag heeft op 10 oktober 2025 uitspraak gedaan in deze bestuursrechtelijke kwestie. De rechtbank oordeelt dat het Uwv een termijn van zes weken moet krijgen om een medische beoordeling te verrichten, gevolgd door een termijn van drie weken om een besluit bekend te maken, met een maximum van negen weken na de uitspraak. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden en dat het Uwv niet tijdig heeft beslist op het bezwaar van de eiser. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het Uwv opgedragen om binnen negen weken na de uitspraak alsnog een beslissing op bezwaar te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat het Uwv de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft bepaald dat het Uwv het door eiser betaalde griffierecht van € 385,- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door rechter D.A.J. Overdijk, in aanwezigheid van griffier S.I. Teunissen.