ECLI:NL:RBDHA:2025:21132
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring van een vreemdeling in het kader van de Vreemdelingenwet 2000
Op 7 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling, eiser, die door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd op 23 oktober 2025. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel. De rechtbank heeft eerder, op 11 juli 2025 en 21 augustus 2025, uitspraken gedaan over de rechtmatigheid van de bewaring. In deze uitspraak heeft de rechtbank vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 18 augustus 2025. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die stelde dat de minister opnieuw de belangen van eiser bij een dreigende uitzetting moest toetsen, verworpen. De rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe of gewijzigde omstandigheden waren die een andere beoordeling rechtvaardigden. Eiser had geen feiten of omstandigheden aangedragen die erop wezen dat de voortzetting van de inbewaringstelling onrechtmatig zou zijn. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, in aanwezigheid van griffier mr. N. El-Amrani, en werd openbaar gemaakt op 11 november 2025.