ECLI:NL:RBDHA:2025:21171
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het vreemdelingenrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 11 november 2025, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 12 mei 2025 op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft eerder beroep ingesteld tegen deze maatregel, waarbij de rechtbank op 27 mei 2025 en in vervolgprocedures op 17 juni, 5 september en 2 oktober 2025 uitspraken heeft gedaan. De minister van Asiel en Migratie heeft op 20 oktober 2025 de maatregel opgeheven na een belangenafweging. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 7 november 2025 gesloten en besloten dat de zaak niet op zitting wordt behandeld.
De rechtbank overweegt dat indien de maatregel van bewaring in strijd is met de Vreemdelingenwet 2000 of niet gerechtvaardigd is, het beroep gegrond verklaard kan worden. De rechtbank heeft eerder de rechtmatigheid van de maatregel getoetst en concludeert dat deze tot het sluiten van het onderzoek op 27 september 2025 rechtmatig was. Eiser heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en er zijn geen gronden gevonden om te twijfelen aan de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel in de periode tot de opheffing.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, rechter, in aanwezigheid van mr. N. El-Amrani, griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.