In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 11 november 2025, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingediend omdat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op haar asielaanvraag, ingediend op 16 september 2024. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld en vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken. Eiseres heeft de minister verzocht om binnen twee weken alsnog te beslissen, maar dit is niet gebeurd, waarna zij beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister wordt opgedragen om alsnog binnen zestien weken na de uitspraak een besluit te nemen op de aanvraag, rekening houdend met het '8+8 wekenmodel'. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast wordt de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 453,50.