In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 11 november 2025, wordt het beroep van eiser tegen de minister van Asiel en Migratie behandeld. Eiser had eerder, op 15 augustus 2024, een gegrond beroep ingediend omdat de minister niet tijdig een besluit had genomen op zijn asielaanvraag. De rechtbank had toen bepaald dat de minister binnen zestien weken een besluit moest nemen, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding van deze termijn, tot een maximum van € 7.500,-. In deze nieuwe procedure stelt eiser dat de minister opnieuw niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 8 februari 2023. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is, aangezien de minister niet binnen de opgelegde termijn heeft beslist. De rechtbank legt een nieuwe beslistermijn op van vier weken, te rekenen vanaf de bekendmaking van deze uitspraak. Indien de minister niet tijdig beslist, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast wordt de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50.