In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen de minister van Asiel en Migratie behandeld. Eiser had eerder een beroep ingesteld dat gegrond werd verklaard, waarbij de minister werd verplicht om binnen zestien weken een besluit te nemen op de asielaanvraag. Eiser heeft nu een tweede beroep ingediend omdat de minister niet tijdig heeft beslist op de aanvraag van 3 oktober 2023. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De rechtbank legt de minister een nieuwe beslistermijn van acht weken op, te rekenen vanaf de bekendmaking van deze uitspraak. Indien de minister niet binnen deze termijn beslist, moet hij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank oordeelt dat deze dwangsom redelijk is, gezien de eerdere dwangsom niet heeft geleid tot een besluit. Eiser krijgt gelijk en de minister moet de proceskosten van eiser vergoeden, vastgesteld op € 453,50.