ECLI:NL:RBDHA:2025:21242
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag GVVA verblijfsvergunning en niet-ontvankelijkheid beroep wegens ontbreken procesbelang
Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA). Eiseres, afkomstig uit Zuid-Afrika, heeft een aanvraag ingediend om in Nederland te verblijven en te werken als verpleegkundige. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag afgewezen op 22 juli 2024, en na bezwaar is deze afwijzing op 11 november 2024 gehandhaafd. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat zij geen procesbelang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de referente, voor wie eiseres arbeid wilde verrichten, haar bedrijfsactiviteiten heeft gestaakt. Eiseres heeft niet gereageerd op verzoeken van de rechtbank om haar procespositie te verduidelijken, waardoor de rechtbank concludeert dat er geen actueel en reëel belang meer is. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt behandeld. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, rechter, in aanwezigheid van F. Metz, griffier.