ECLI:NL:RBDHA:2025:21731
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de maatregel van bewaring in het bestuursrechtelijke vervolgberoep
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 november 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring die op 5 juni 2025 door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd aan de eiser. De maatregel is gebaseerd op artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft eerder al verschillende vervolgberoepen in deze zaak behandeld, met uitspraken op 27 juni, 30 juli, 5 september en 16 oktober 2025. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 14 november 2025 gesloten en besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was. De rechtbank overweegt dat als de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw 2000 of niet gerechtvaardigd is, het beroep gegrond verklaard kan worden. In deze zaak heeft de rechtbank vastgesteld dat de maatregel van bewaring tot het sluiten van het onderzoek op 10 oktober 2025 rechtmatig was. Eiser heeft geen gronden aangevoerd tegen het voortduren van de maatregel, en de rechtbank ziet geen ambtshalve gronden om het voortduren onrechtmatig te verklaren. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en wijst ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, rechter, en mr. F.E. Brokke, griffier, en is openbaar gemaakt op 18 november 2025.