In deze zaak heeft de staatssecretaris van Defensie beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) in een medische kwestie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het beslissen op het bezwaar van de eiser is overschreden. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uwv van 29 oktober 2024, waarin de uitkering van een (ex-)werknemer werd gewijzigd. Na het indienen van het bezwaar op 11 november 2024, heeft eiser op 29 juli 2025 beroep ingesteld wegens het uitblijven van een beslissing. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat het Uwv niet tijdig heeft beslist. De rechtbank heeft bepaald dat het Uwv binnen negen weken na de uitspraak een beslissing moet nemen en heeft een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Tevens moet het Uwv het betaalde griffierecht van € 385,- aan eiser vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. D.A.J. Overdijk op 20 november 2025.