Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , [v-nummer] , eiseres
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.Duitsland heeft dit verzoek op 12 augustus 2025 aanvaard.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres, een Iraakse vrouw, tegen het niet in behandeling nemen van haar asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 31 oktober 2025, waarbij eiseres en haar gemachtigde niet verschenen, terwijl de verweerder vertegenwoordigd was. De rechtbank concludeert dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiseres heeft haar aanvraag op 17 juni 2025 ingediend, maar Duitsland heeft op 12 augustus 2025 ingestemd met haar terugname. De rechtbank overweegt dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bij overdracht aan Duitsland een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM en artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Eiseres heeft geen objectieve informatie over de asielprocedure in Duitsland verstrekt en haar vrees voor indirect refoulement is niet onderbouwd. De rechtbank oordeelt dat de minister niet in strijd heeft gehandeld door de aanvraag niet in behandeling te nemen en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een overdracht aan Duitsland van onevenredige hardheid zouden maken. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bestreden besluit blijft in stand.