ECLI:NL:RBDHA:2025:22363
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het niet in behandeling nemen van de asielaanvraag van een Ugandees in verband met interstatelijk vertrouwensbeginsel en bijzondere kwetsbaarheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag wordt het niet in behandeling nemen van de asielaanvraag van eiser, een Ugandees, beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag niet in behandeling genomen omdat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling, gebaseerd op het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft geoordeeld dat er geen bijzondere individuele omstandigheden zijn die een uitzondering op de overdracht aan Polen rechtvaardigen. Eiser heeft aangevoerd dat hij bijzonder kwetsbaar is, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet voldoende heeft aangetoond dat hij slachtoffer is van mensenhandel of dat zijn gezondheid in gevaar komt bij overdracht. De rechtbank heeft de beroepsgrond van eiser ongegrond verklaard, waarbij zij de relevante juridische kaders, zoals de Dublinverordening en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in acht heeft genomen. De rechtbank benadrukt dat de minister mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, tenzij eiser kan aantonen dat dit niet gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 17 september 2025 en heeft de uitspraak op 27 november 2025 openbaar gemaakt.