Op 18 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL25.1740 en NL25.1742, waarbij eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. S.R. Nohar, beroep hebben ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie. Eerder heeft de rechtbank in vergelijkbare procedures geoordeeld dat de minister niet tijdig besliste en hem een beslistermijn van acht weken opgelegd, met een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding. In deze nieuwe procedure heeft de rechtbank vastgesteld dat de minister wederom niet binnen de gestelde termijn heeft beslist, ondanks eerdere waarschuwingen en opgelegde termijnen. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard en de minister opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de asielaanvragen van eisers. Tevens is een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de minister deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eisers vastgesteld op € 453,50, gezien de samenhangende aard van de zaken en de identieke werkzaamheden van de rechtsbijstand.