In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het tweede beroep van eiseres behandeld tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had eerder een beroep ingesteld dat gegrond werd verklaard, waarbij de minister werd verplicht om binnen zestien weken een besluit te nemen op haar asielaanvraag. De rechtbank had daarbij een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Eiseres heeft nu opnieuw beroep ingesteld omdat de minister niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 22 november 2023. De rechtbank oordeelt dat een nieuwe ingebrekestelling niet nodig is voor dit tweede beroep. De minister heeft de eerder opgelegde beslistermijn van zestien weken overschreden, waardoor het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De rechtbank legt de minister een nieuwe beslistermijn op van vier weken, te rekenen vanaf de bekendmaking van deze uitspraak. Tevens wordt de dwangsom verhoogd naar € 100,- per dag, met een maximum van € 15.000,-, om de minister te prikkelen tot het nemen van een besluit. De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is en de minister moet de proceskosten van eiseres vergoeden, vastgesteld op € 453,50.