In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 18 december 2025, gaat het om een beroep dat eiser heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiser stelt dat de minister niet tijdig heeft beslist op zijn asielaanvraag, ingediend op 15 augustus 2023. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld en vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken. Eiser heeft de minister verzocht om alsnog binnen twee weken te beslissen, maar dit is niet gebeurd, waarna hij beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is. De minister wordt opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiser vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten door middel van een verzetschrift binnen zes weken na verzending.