Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 maart 2025 in de zaken tussen
[eiser 1] , v-nummer [nummer] , eiser 1
de minister van Asiel en Migratie
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Centre for Peace Studieskritischer waren over de praktijk van pushbacks in Kroatië. [8] De conclusie van de Europese Commissie dat Kroatië voldoet aan de voorwaarden voor het Schengenacquis en zich heeft verbonden aan een zero-tolerancebeleid over geweld aan de grens is ook onvoldoende, omdat dat niet betekent dat die afspraken ook daadwerkelijk worden nagekomen. Eisers wijzen er bovendien op dat artikel 4 van het EU-Handvest en artikel 3 van het EVRM absolute grondrechten zijn en dat het daarbij niet uitmaakt of de betrokken vreemdeling tijdens de overdracht of daarna een risico op schending daarvan loopt, [9] zodat het tegenstrijdig is om een onderscheid te maken tussen Dublinclaimanten en andere asielzoekers. Gelet daarop is ook de door de minister aangehaalde rechtspraak onhoudbaar. [10] Daarnaast stellen eisers dat zij in Kroatië van deugdelijke opvang verstoken zullen blijven. Uit het laatste AIDA-rapport volgt immers dat er slechts 900 opvangplekken beschikbaar zijn en dat is ruim onvoldoende om de Dublinoverdrachten en openstaande asielaanvragen op te vangen: er waren in 2023 in Kroatië immers 897 Dublinoverdrachten en 1.620 openstaande asielaanvragen. Bovendien zijn de omstandigheden in de Kroatische asielopvang ondermaats. [11]
Centre for Peace Studiesal in die rechtspraak heeft betrokken. De drie Duitstalige uitspraken leiden ook niet tot een ander oordeel, omdat deze dateren van 2020 tot 2022 en daarom een minder actueel beeld van de situatie in Kroatië schetsen dan in de rechtspraak van de Afdeling is betrokken. Verder volgt uit de rechtspraak van de Afdeling, onder vermelding van het door eisers aangehaalde AIDA-rapport, dat in Kroatië sprake is van overbezetting van opvangcentra, maar dat hieruit geen fundamentele systeemfout voortvloeit. [14] De rechtbank ziet daarom ook daarin geen aanleiding voor het oordeel dat de minister voor Kroatië niet van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag uitgaan.