ECLI:NL:RBDHA:2025:3776
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Belgische autoriteiten
Op 11 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin een verzoeker, een niet-kwetsbare alleenstaande mannelijke asielzoeker, een voorlopige voorziening heeft aangevraagd tegen een overdrachtsbesluit van de minister van Asiel en Migratie. Het bestreden besluit, genomen op 27 februari 2025, hield in dat verzoeker zou worden overgedragen aan de Belgische autoriteiten. De voorzieningenrechter oordeelde dat het beroep van verzoeker een redelijke kans van slagen heeft, omdat er ernstige vrees bestaat voor systeemfouten in de opvangvoorzieningen voor asielzoekers in België, die kunnen leiden tot schending van artikel 4 van het Handvest en artikel 3 van het EVRM. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onverwijlde spoed, gezien de korte termijn tot de geplande overdracht op 12 maart 2025. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, het bestreden besluit geschorst en bepaald dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan België totdat op het beroep tegen het bestreden besluit is beslist. Tevens is de minister veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 907,00. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.