Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 26 maart 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis voor een persoon. De rechtbank heeft eerder, op 3 juli 2024, het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen twintig weken een besluit te nemen. Eiseres heeft op 12 december 2024 opnieuw beroep ingesteld omdat verweerder geen besluit had genomen. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting, omdat verweerder geen verweerschrift had ingediend. De rechtbank overweegt dat, volgens vaste jurisprudentie, een ingebrekestelling niet nodig is als de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken en er al een eerdere termijn was gesteld. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit en draagt verweerder op om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt verweerder een dwangsom van € 200 opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. Eiseres wordt in haar proceskosten vergoed tot een bedrag van € 453,50 en het griffierecht van € 187 moet ook worden vergoed.