Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , V-nummer: [v-nummer] , eiseres
Procesverloop
Totstandkoming van en inhoud van het bestreden besluit
Overwegingen
Zoals verweerder stelt berust het rapport voor wat betreft de situatie van [zus 2] enkel op de verklaringen van [zus 2] waarom zij – naar eigen zeggen – niet voor eiseres kan en wil zorgen. Het BUFAZ-rapport is opgesteld naar aanleiding van het verzoek van referente om na te gaan of [zus 2] wel of niet in staat is om de zorg en opvoeding van eiseres op zich te nemen. Uit het rapport blijkt echter niet dat het BUFAZ zelf de woon- en leefsituatie van [zus 2] heeft onderzocht. Verder stelt verweerder terecht, gezien de rol en functie van het BUFAZ met betrekking tot de kinderbescherming in Suriname voor kinderen en jongeren van 0 tot 21 jaar, dat het opmerkelijk is dat het BUFAZ geen conclusies trekt in het onderzoeksrapport ten aanzien van de vraag of [zus 2] niet of bezwaarlijk de zorg van eiseres op zich kan nemen. Ook opmerkelijk is dat het BUFAZ geen actie heeft ondernomen richting eiseres met betrekking tot haar dagelijkse zorg, indien dit nodig zou zijn. Temeer nu bij BUFAZ bekend is dat referente als voogd van eiseres in Nederland verblijft. Dat het BUFAZ, zoals eiseres stelt, vanwege het voogdijschap van referente enkel informatie verschaft en geen noodzaak zag om dergelijke conclusies te trekken of in te grijpen, heeft eiseres niet onderbouwd of anderszins aannemelijk gemaakt. Maar ook als die stelling juist zou zijn, maakt dit niet dat aan het rapport de waarde kan worden toegekend die eiseres daaraan toekent. Het rapport bevat immers thans ten aanzien van de situatie van [zus 2] en haar mogelijkheden om de zorg voor eiseres op zich te nemen, onvoldoende uit objectieve bron afkomstige bevindingen en conclusies om te concluderen dat [zus 2] hiertoe niet of bezwaarlijk in staat kan worden geacht.
Hoewel de rechtbank – op basis van onder meer de bevindingen van de rapporteur van het BUFAZ bij het huisbezoek, de in het onderzoeksrapport vermelde verklaring van de buurvrouw en de overgelegde foto’s – net als verweerder erkent dat eiseres zich in een onwenselijke situatie bevindt, betekent dit niet zonder meer dat aannemelijk is gemaakt dat [zus 2] (of andere in Suriname verblijvende bloed- of aanverwanten) niet of bezwaarlijk voor eiseres in Suriname kan (kunnen) zorgen. Voor de overgelegde verklaring van de huisarts – waarin hij zijn zorgen uit over de situatie van eiseres – en de slechte schoolrapporten van eiseres, geldt hetzelfde. Zij geven aan dat de situatie van eiseres zorgwekkend is, maar leiden niet zonder meer tot de conclusie dat eiseres niet of bezwaarlijk door [zus 2] (of andere naaste bloed- of aanverwanten in Suriname) kan worden verzorgd. Daarbij komt dat niet is gebleken dat eiseres, zoals verweerder terecht stelt, met een gezamenlijke inspanning van [zus 2] en referente (eventueel met hulp van de Surinaamse Raad voor de Kinderbescherming) en goede afspraken met betrekking tot de zorg en begeleiding, geen aanvaardbare toekomst in Suriname heeft als [zus 2] de dagelijkse zorg- en opvoedtaken op zich neemt. Verweerder heeft dan ook in redelijkheid geconcludeerd dat, hoewel referente als voogd verantwoordelijk is voor de verzorging en opvoeding van eiseres, dit niet betekent dat zij deze taken zelf moet uitvoeren. Verder geldt in dit verband, zoals verweerder ter zitting terecht stelt, dat eiseres op het moment van de aanvraag al dicht bij de volwassenleeftijd was. Hierdoor waren de zorg- en opvoedingstaken, anders dan bij een jonger kind zoals [zus 2] ’s zoon, aanzienlijk beperkter.
.Bij de beoordeling van de redelijke termijn dient de duur van de procedure als geheel in aanmerking te worden genomen. In beginsel is een vergoeding gepast van € 500,- per half jaar, of gedeelte daarvan, waarmee de redelijke termijn is overschreden, waarbij het totaal van de overschrijding naar boven wordt afgerond.