In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op haar bezwaar tegen de stopzetting van haar uitkering op grond van de Ziektewet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft verweerder, het Uwv, opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een beslissing op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 53,- moet worden vergoed en dat verweerder de proceskosten van € 453,50 aan eiseres moet betalen. De uitspraak is gedaan door mr. D.R. van der Meer op 1 mei 2025, en is openbaar uitgesproken. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden van het uitblijven van een beslissing waarbij een medisch advies van een verzekeringsarts nodig is, en heeft verweerder een termijn van twee weken gegeven om alsnog een besluit te nemen.