In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 6 mei 2025, is het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie gegrond verklaard. Eiser had eerder een asielaanvraag ingediend op 9 april 2023, maar de minister had niet binnen de opgelegde termijn van zestien weken een besluit genomen. De rechtbank had in een eerdere uitspraak bepaald dat de minister een dwangsom van € 100,- per dag moest betalen voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 7.500,-. In deze procedure heeft de rechtbank geoordeeld dat de minister opnieuw een termijn van acht weken krijgt om alsnog een besluit te nemen op de aanvraag. Indien de minister deze termijn overschrijdt, is zij opnieuw een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat de eerder opgelegde dwangsom aanvangt op 16 mei 2025, na afloop van de eerdere dwangsom die liep van 1 maart 2025 tot 15 mei 2025. Eiser heeft recht op vergoeding van proceskosten, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier mr. B.A. Smit, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.