In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen de Minister van Asiel en Migratie behandeld. Eiser heeft eerder al twee keer beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, waarbij de rechtbank de minister had opgedragen om binnen bepaalde termijnen alsnog een besluit te nemen. In deze derde procedure stelt eiser dat de minister opnieuw niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 26 oktober 2022. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en gegrond is, en legt de minister een nieuwe beslistermijn van twee weken op. Indien de minister deze termijn overschrijdt, moet zij een dwangsom van € 200,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet de minister de proceskosten van eiser vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.