ECLI:NL:RBDHA:2025:9187
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag op 18 maart 2025 niet in behandeling genomen, omdat België volgens hem verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft de zaak op 8 april 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de minister aanwezig waren, maar eiser zelf niet.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het niet in behandeling nemen van de aanvraag in stand blijft. De rechtbank legt uit dat de Europese Unie regelgeving heeft omtrent het in behandeling nemen van asielaanvragen, vastgelegd in de Dublinverordening. Deze verordening stelt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval heeft Nederland een verzoek om terugname aan België gedaan, dat door België is aanvaard.
Eiser heeft aangevoerd dat België niet langer kan worden vertrouwd op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, omdat er ernstige en structurele problemen zijn met de opvang van asielzoekers. De rechtbank oordeelt echter dat de minister in zijn algemeenheid mag uitgaan van dit beginsel, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn. De rechtbank concludeert dat eiser niet heeft aangetoond dat hij bij overdracht aan België een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met zijn mensenrechten. De rechtbank wijst erop dat de Belgische autoriteiten zich inspannen om opvangplekken te creëren en dat er geen totale opvangstop is.
De rechtbank besluit dat het beroep ongegrond is en dat eiser kan worden overgedragen aan België, zonder recht op vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich en bekendgemaakt op 18 april 2025.