ECLI:NL:RBDHA:2025:9418
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot inwilliging van de asielaanvraag en geschil over ingangsdatum verblijfsvergunning
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 27 mei 2025, wordt het beroep van eiser tegen de ingangsdatum van zijn verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd behandeld. Eiser, die op 16 november 2022 zijn asielwens heeft geuit, is het niet eens met de ingangsdatum die door de minister is vastgesteld op 20 november 2022, de datum waarop hij zijn aanvraag heeft ingediend. De rechtbank heeft op 24 april 2025 de zaak behandeld, waarbij eiser niet aanwezig was, maar zijn gemachtigde mr. A. Khalaf en de gemachtigde van de minister, mr. A.E. Geçer, wel aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de minister ten onrechte de ingangsdatum heeft vastgesteld op de datum van indiening van de aanvraag en dat deze moet worden vastgesteld op de datum waarop eiser zijn asielwens heeft geuit. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit van 18 januari 2024 voor zover het de ingangsdatum betreft, en stelt deze vast op 16 november 2022. Tevens wordt de minister veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.267,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen vier weken hoger beroep instellen.