Uitspraak
verwerende partij in (voorwaardelijke) reconventie,
eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie,
1.De procedure
2.De feiten
3.3. De vordering en het verweer in conventie en in reconventie
1. voor recht zal verklaren dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eis.conv./ged.reconv.] en/of toerekenbaar is tekort geschoten,
2. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan [eis.conv./ged.reconv.] van al datgene dat [eis.conv./ged.reconv.] aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomsten, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
4. Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
- voorwaardelijk, namelijk onder de voorwaarde dat de in conventie opgeworpen verweren met betrekking tot de klachtplicht en de verjaring worden verworpen:
[eis.conv./ged.reconv.] zal bevelen aan Dexia een kopie te verstrekken van het dossier dat Leaseproces omtrent hem heeft aangelegd, althans van het(de) intakeformulier(en), op straffe van een dwangsom,
- onvoorwaardelijk:
1. voor recht zal verklaren dat de overeenkomsten rechtsgeldig tot stand gekomen zijn, niet zijn vernietigd en niet blootstaan aan vernietiging,
2. voor recht zal verklaren dat [eis.conv./ged.reconv.] met betrekking tot de overeenkomsten niet is blootgesteld aan het risico op een onaanvaardbaar zware financiële last,
3. voor recht zal verklaren dat Dexia niets meer aan [eis.conv./ged.reconv.] verschuldigd is,
4. [eis.conv./ged.reconv.] zal veroordelen in de proceskosten.
4.De beoordeling
Waar dit aan de orde is, zal dan ook naar de in eerdere uitspraken weergegeven overwegingen en oordelen verwezen worden. Dit geldt in het bijzonder voor de uitspraken van deze rechtbank die gedaan zijn op 22 mei 2019 en die gepubliceerd zijn onder nummers
ECLI:NL:RBGEL:2019:2253 en ECLI:NL:RBGEL:2019:2254.
in conventie voorts
Met de financieel adviseur is gesproken over de wens vermogen op te bouwen voor later, om dat te kunnen investeren bij de aankoop van een huis. De adviseur vertelde dat [eis.conv./ged.reconv.] het beste een Direct Rendement Effect kon afsluiten. De adviseur liet aan de hand van rekenvoorbeelden uitsluitend positieve vooruitzichten zien en presenteerde het produkt als een veilige manier om vermogen op te bouwen. Hij heeft [eis.conv./ged.reconv.] gevraagd hoeveel hij per maand voor het Direct Rendemet Effect te besteden had. Toen [eis.conv./ged.reconv.] vertelde dat hij
Twee jaar later nam een andere adviseur van Spaar Select, de heer [betrokkene] , contact op met [eis.conv./ged.reconv.] en werd weer gevraagd om een huisbezoek. [eis.conv./ged.reconv.] heeft hierin toegestemd.
De adviseur vertelde dat het erg goed ging met de overeenkomst die [eis.conv./ged.reconv.] twee jaar eerder had afgesloten en dat het zonde zou zijn het bij deze overeenkomst te laten. Door nog een overeenkomst af te sluiten zou het vermogen hoger kunnen worden. [betrokkene] adviseerde [eis.conv./ged.reconv.] het Allround Sparen af te sluiten. Ook [betrokkene] liet uitsluitend positieve rekenvoorbeelden zien en vroeg welk bedrag [eis.conv./ged.reconv.] maandelijks zou kunnen missen. [eis.conv./ged.reconv.] gaf aan nog ƒ 150,- extra te kunnen missen en heeft de overeenkomst afgesloten.
Omdat Dexia gemotiveerd heeft betwist dat sprake is geweest van advisering in de zin van artikel 41 NR 1999, had het op de weg van [eis.conv./ged.reconv.] gelegen zijn stellingen hieromtrent nader te onderbouwen. Bij gebreke van voldoende onderbouwde stellingen bestaat ook geen ruimte voor bewijslevering.
Deze uitspraak van het Gerechtshof wordt niet gevolgd, zoals is weergegeven in het eerder genoemde vonnis van deze rechtbank met nummer ECLI:NL:RBGEL:2019:2253.
art. 6:96 lid 3 BW in verbinding met art. 241 Rv niet voor vergoeding in aanmerking komen.
In de procedure van partijen zijn dezelfde buitengerechtelijke werkzaamheden gesteld als die, welke in het arrest aan de orde waren, namelijk het opstellen en versturen van enkele gestandaardiseerde stukken (zoals een klachtbrief, een opt-out verklaring en stuitingsbrieven), het voeren van een intakegesprek, het beoordelen van de haalbaarheid van de aanspraken van de belegger en het adviseren daaromtrent en het verzamelen van gegevens om de omvang van de aanspraken van de belegger te kunnen bepalen, zodat ook in dit geval geen aanspraak bestaat op vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
Zoals door deze rechtbank in vele vonnissen is geoordeeld, kan de vordering, die gebaseerd is op artikel 843aRv, niet worden toegewezen, omdat Dexia daar geen belang bij heeft. Bij toewijzing van de vordering bij eindvonnis kunnen de gegevens waar de vordering op ziet, niet in deze instantie gebruikt worden door Dexia. Dexia heeft niet gesteld welk belang zij na het eindvonnis heeft bij afgifte van (een kopie van) de gevorderde stukken.
Voor wat betreft de eerste vordering zal de gevraagde verklaring voor recht op de daarin genoemde gronden worden toegewezen voor zover het de gronden uit de artikelen 3:44 BW, 6:228 BW, 3:40 BW en 1:89 BW betreft. De gevraagde verklaring voor recht zal niet geheel conform de vordering worden toegewezen omdat niet kan worden uitgesloten dat zich in de toekomst, al dan niet op grond van uitgekristalliseerde jurisprudentie, een situatie voordoet dat [eis.conv./ged.reconv.] de overeenkomsten alsnog op een andere grond kan vernietigen.