Uitspraak
gemachtigde: mr. G. van Dijk, Leaseproces
gemachtigde mr. J.R. van Staveren.
1.De procedure
2.De feiten
€ 5.573,08. Afnemer heeft dit bedrag voldaan. Dexia heeft in 2012 een bedrag van
€ 5.003,16 aan Afnemer terugbetaald.
3.De vordering en het verweer
1. voor recht zal verklaren dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld jegens Afnemer en/of toerekenbaar is tekort geschoten,
2. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan Afnemer van al datgene dat Afnemer aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
4. Dexia zal veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van Afnemer,
5. Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
4.De beoordeling
Hij werd ongevraagd telefonisch benaderd door een financieel adviseur van NBG Finance, de heer [betrokkene 1] , die voorstelde om een afspraak te maken voor een huisbezoek om de financiële situatie van Afnemer door de nemen. Afnemer heeft hiermee ingestemd. De adviseur is op bezoek gekomen en heeft geïnformeerd naar de wensen en financiële situatie van Afnemer. Er is gesproken over de wens van Afnemer om een aanvulling op zijn pensioen op te bouwen. Afnemer wilde graag na zijn pensionering op dezelfde voet kunnen doorleven als daarvoor. De adviseur gaf aan dat dit mogelijk was en adviseerde om een Capital Effect product van Bank Labouchere af te sluiten. Afnemer diende hiervoor de overwaarde van zijn woning te benutten door een nieuwe hypothecaire lening aan te gaan en deze te gebruiken voor de vooruitbetaling. De adviseur zou een en ander op papier zetten.
De adviseur heeft in een tweede gesprek het persoonlijk financieel plan, dat hij op papier gezet had, toegelicht aan Afnemer. Hierin werd aangeraden een nieuwe hypotheek op te nemen van ƒ 260.000,- . Een deel daarvan was voor aflossing van de oude hypotheek. Een gedeelte van ƒ 53.187,- was bestemd voor de verbouwing van een serre en een deel van
ƒ 48.000,- voor de vooruitbetaling van het Capital Effect product. Het overige deel was bestemd voor de hypotheekrente en – kosten. Volgens het plan zou na vijf jaar een bedrag van ƒ 76.598,0 opleveren en na tien jaar zelfs ƒ 121.860,-. De adviseur onderbouwde zijn verhaal met rekenvoorbeelden.
Bij een derde huisbezoek heeft de adviseur een aangepast plan toegelicht. Afnemer had ook een bedrag op een rekening bij de AMEV Bank en adviseur adviseerde om it ook op te nemen en te storten in een depot bij Fortis OBAM. De nieuwe hypotheek van ƒ 260.000,- werd weer geadviseerd en daarnaast adviseerde de adviseur om een hoger bedrag, namelijk ƒ 70.000,- in het Capital Effect te investeren. Ook dit plan werd met rekenvoorbeelden onderbouwd. De adviseur heeft niet gewezen op de specifieke risico’s.
De adviseur is nog een vierde keer op huisbezoek geweest. Daarbij werd geadviseerd om het eerder geadviseerde bedrag van ƒ 70.000,- te splitsen in twee overeenkomsten, namelijk een Capital Effect van ƒ 48.000,- en een Vermogens Vliegwiel product van Aegon van
ƒ 20.400,-. Doordat inmiddels een vertrouwensband was ontstaan, vertrouwde Afnemer de adviseur en heeft hij het advies van de adviseur opgevolgd. De adviseur heeft tijdens het gesprek het aanvraagformulier voor het Capital Effect ingevuld en Afnemer heeft het ondertekend. De adviseur heeft later ook het uiteindelijke advies toegestuurd en de hypotheekaanvraag geregeld.
- een aanvraagformulier, gedateerd 03-04-2000, voorzien van de naam van Afnemer, waarop als kantoor is vermeld ‘NBG Finance’ en als adviseur ‘ [betrokkene 1] ’ en ATP-nummer 0344,
- de overeenkomst, waarop ‘ATP00344-NBG Finance’ als adviseur is vermeld,
- een stuk van drie pagina’s, gericht aan Afnemer, voorzien van het logo van NBG Finance, gedateerd 27 februari 2000 en het onderschrift ‘NBG Finance kantoor Beuningen Financieel Planner [betrokkene 1] ’, waarin te lezen is:
“Financieel Totaal Plan(…)Nieuwe situatie hypothecaire geldlening (…)Hypotheekbedrag: fl. 260.000,-(…)Verdeling van de Hoofdsom ad fl.260.000,-Inlossing huidige hypotheek fl. 153.313,-Oversluitkosten fl. 5.500,-Capital Effect Bank Labouchere fl. 48.000,-Geld voor verbouwingfl. 53.187,-Totaal fl. 260.000,-(…)
- een stuk met opschrift ‘berekening voor:”, gericht aan Afnemer, gedateerd 29 maart 2000, op papier met het logo van NBG Finance en de afzender ‘NBG Finance Financieel adviseur [betrokkene 1] ’, waarin te lezen is:
“(…) Uitgangspunt:Een hypothecaire geldlening op te nemen van fl. 260.000,-Vorm: Aflossingsvrij tot 75% v.d. executiewaardeDaarnaast circa fl. 70.000,- beleggen in Capital Effect van Bank Labouchere (…)De gelden van CDK circa fl. 70.000,- beleggen in Fortis OBAM a 8% (zeer veilig rendement) (…)”|.-twee pagina’s met opschrift ‘Prognose Capital Effect’ en ‘CashFlow Capital Effect’, gericht aan Afnemer en voorzien van ‘NBG Finance [betrokkene 1] ’, waarin prognoses worden gegeven voor een geleased kapitaal van ƒ 148.936,22 en een vooruitbetaling van ƒ 76.238,40 voor vijf jaar en berekeningen voor twintig jaar ,
- een stuk met opschrift ‘berekening voor:’, gericht aan Afnemer, gedateerd 8 mei 2000, op papier met het logo van NBG Finance en de afzender ‘NBG Finance Financieel adviseur [betrokkene 1] ’, waarin te lezen is:
“(…) Uitgangspunt:Maximaal financieren op basis van 75% van de executiewaarde1x Capital Effect van Bank Labouchere met een vooruitbetaling ad fl. 48.000,-1 x Aegon Vermogens Vliegwiel met een vooruitbetaling van fl. 20.400,-Het saldo van de rekening bij AMEV Bank ad circa fl. 60.000,- storten op beleggingsrekening van Fortis OBAM ( a 8% rendement, zeer veilig)(…)Bank Labouchere Capital EffectNa 5 jaar wordt er bij 11,6% koersstijging fl. 76.597,89 en na 10 jaar zelfs fl. 209.531,95 netto uitgekeerd (bij doorbetaling)Aegon Vermogens VliegwielNa 5 jaar wordt bij 11,6% koersstijging fl. 30.499,97 en na 7,5 jaar zelfs fl. 59.733,30 netto uitgekeerd (bij doorbetaling)(…)’.- een nota van een notariskantoor ten name van Afnemer, waarop te zien is dat op 28 april 2000 een hypotheekakte is gepasseerd voor een hypotheek van ƒ 260.000,00.
4.12. Afnemer stelt dat Dexia wist, althans behoorde te weten, dat de tussenpersoon een op zijn persoon toegesneden beleggingsadvies heeft gegeven. Dexia betwist dit.
4.13. Dexia heeft deze gang van zaken niet voldoende weersproken. Hoewel het voorgaande betrekking heeft op de algemene gang van zaken bij de verkoop en bemiddeling van beleggingsproducten via en door tussenpersonen en daaruit niet blijkt dat Dexia concrete wetenschap heeft gehad van de advisering van de tussenpersoon aan Afnemer, komt uit deze stukken wel naar voren dat Dexia ermee bekend moet zijn geweest dat door sommige tussenpersonen op grote schaal individueel persoonlijk financieel advies werd gegeven.
In diverse uitspraken van verschillende rechtbank is overwogen en beslist dat in zijn algemeenheid uit de door Leaseproces in vele procedures (waaronder deze) overgelegde stukken het beeld naar voren komt, dat Dexia ermee bekend moet zijn geweest dat Spaar Select op grote schaal individueel persoonlijk financieel advies gaf. De rechtbank betrekt hierbij ook het oordeel van het Gerechtshof Den Haag, neergelegd in het arrest van
12 september 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2530, waarin is geoordeeld over de wetenschap destijds van Dexia, haar gerichtheid op het op grote schaal door tussenpersonen adviseren over effectenleaseproducten, ook door cliëntenremisiers, de wetenschap van Dexia van de op stelselmatig adviseren gerichte werkwijze van Spaar Select en het belang van Spaar Select als tussenpersoon.
4.14. Het had daarom op de weg van Dexia gelegen om bij de totstandkoming van leaseovereenkomsten, zoals in dit geval de overeenkomst met Afnemer, navraag te doen bij de tussenpersoon of de desbetreffende klant de overeenkomst(en) is aangegaan op advies van de tussenpersoon, teneinde te kunnen beoordelen of zij de overeenkomst met Afnemer kon en mocht aangaan. Dat Dexia in deze zaak enig concreet hierop gericht onderzoek heeft verricht is gesteld noch gebleken. Zij had derhalve behoren te weten dat Afnemer door de tussenpersoon is geadviseerd.
buitengerechtelijke kosten4.19. Afnemer heeft vergoeding gevorderd van buitengerechtelijke kosten. De Hoge Raad heeft zich in het arrest van 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:590, over deze kwestie uitgesproken. In het arrest is geoordeeld dat de buitengerechtelijke werkzaamheden die in die procedure door Leaseproces waren gesteld op grond van art. 6:96 lid 3 BW in verbinding met art. 241 Rv niet voor vergoeding in aanmerking komen.
In de procedure van partijen zijn dezelfde buitengerechtelijke werkzaamheden gesteld als die, welke in het arrest aan de orde waren, namelijk het opstellen en versturen van enkele gestandaardiseerde stukken (zoals een klachtbrief, een opt-out verklaring en stuitingsbrieven), het voeren van een intakegesprek, het beoordelen van de haalbaarheid van de aanspraken van de belegger en het adviseren daaromtrent en het verzamelen van gegevens om de omvang van de aanspraken van de belegger te kunnen bepalen, zodat ook in dit geval geen aanspraak bestaat op vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
5.De beslissing
24 april 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.