Uitspraak
handelend ten behoeve van de gemeenschap, in haar hoedanigheid van wettelijk erfgenaam van
[erflater](hierna: Afnemer),
eisende partij,
1.De procedure
2.De feiten
28 augustus 2007 de nietigheid, vernietiging, dan wel ontbinding van de overeenkomst ingeroepen op grond van misbruik van omstandigheden, wanprestatie, dwaling, onrechtmatige daad en/of misleidende reclame. Tevens wordt het recht voorbehouden daartoe ook andere gronden nog aan te voeren.
3.3. De vordering en het verweer
1. voor recht zal verklaren dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld jegens Afnemer en/of toerekenbaar is tekort geschoten,
2. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan [eisende partij] van al datgene dat Afnemer aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
4. Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
4.De beoordeling
Afnemer werd ongevraagd telefonisch benaderd door een medewerker van Spaar Select. Er werd een afspraak gemaakt voor een huisbezoek. De medewerker van Spaar Select, de heer [betrokkene 1] , is drie keer bij Afnemer thuis geweest. Bij de bezoeken is gesproken over de financiële situatie en wensen van Afnemer. De adviseur heeft op basis daarvan een persoonlijk financieel plan opgesteld en daarin zijn advies uiteen gezet. Afnemer wilde zijn maandlasten verminderen en vermogen opbouwen via de overwaarde van zijn woning. Volgens de adviseur diende hij een hypotheek op te nemen van ƒ 126.000,- en een gedeelte van ƒ 38.400,- te investeren in een Overwaarde Effect product. De maandlasten zouden daardoor dalen. De adviseur heeft niet gewezen op risico’s. Afnemer heeft het advies van de adviseur opgevolgd.
- het aanvraagformulier ten name van Afnemer, gedateerd 22 augustus 2001, voorzien van het logo van Spaar Select en de naam van de adviseur
[betrokkene 1] , ATP nummer [nummer 2] ’,- de overeenkomst, voorzien van het stempel van Spaar Select en de aanduiding
‘adviseur: [nummer 2] -Spaar Select’.
- een stuk van 5 pagina’s op papier met logo van Spaar Select, met op het voorblad
‘Hypotheekvoor: De heer en mevrouw [eisende partij] (…)14 augustus 2001Uw adviseur: [betrokkene 1] ’,
waarin onder andere is te lezen:
“WensenU wilt uw huidige hypotheek oversluiten, waarbij u het huidige doorlopend krediet wilt aflossen om uw maandlasten te verminderen. Tevens wilt u met een deel van uw overwaarde in de woning de mogelijkheid hebben om in de komende jaren extra vermogen op te bouwen (…)Spaar Select Advies(…)De nieuwe hypotheek krijgt een omvang van ƒ 126.000,-. Dit bedrag wordt gebruikt voor:- aflossing van uw huidige hypotheek (…)- aflossing van uw doorlopend krediet (…)- (…)- eenmalige inleg in een Overwaarde Effect van ƒ 38.400,-- rentebuffer voor het Overwaarde Effect van ƒ 8.000,-- (…)(…)Het tijdelijke deel van uw hypotheek kan namelijk na 5 jaar door de uitkering van het Overwaarde Effect weer afgelost worden.(…)Bij het Overwaarde Effect wordt belegd in een viertal aandelenfondsen (…) Op basis van een gemiddeld rendement van 12,5% za de uitkering van het Overwaarde Effect na 5 jaar ongeveerƒ 66.500 bedragen. (…) De prognose van 12,5 % rendement (…) is een voorzichtige prognose.In werkelijkheid hebben deze aandelen in de afgelopen 12 tot 15 jaar namelijk jaarlijks gemiddeld 21,9% koersstijging behaald. (…)”.
4.11. [eisende partij] stelt dat Dexia wist, althans behoorde te weten, dat Spaar Select een op de persoon van Afnemer toegesneden beleggingsadvies heeft gegeven. Dexia betwist dit.
In diverse uitspraken van verschillende rechtbank is overwogen en beslist dat in zijn algemeenheid uit de door Leaseproces in vele procedures (waaronder deze) overgelegde stukken het beeld naar voren komt, dat Dexia ermee bekend moet zijn geweest dat Spaar Select op grote schaal individueel persoonlijk financieel advies gaf. De rechtbank betrekt hierbij ook het oordeel van het Gerechtshof Den Haag, neergelegd in het arrest van 12 september 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2530, waarin is geoordeeld over de wetenschap destijds van Dexia, haar gerichtheid op het op grote schaal door tussenpersonen adviseren over effectenleaseproducten, ook door cliëntenremisiers, de wetenschap van Dexia van de op stelselmatig adviseren gerichte werkwijze van Spaar Select en het belang van Spaar Select als tussenpersoon. Er bestaat geen aanleiding om in de huidige procedure omtrent deze stukken een ander oordeel te geven.
aansprakelijkheid4.13. Nu Dexia ondanks het voorgaande toch met Afnemer de overeenkomst is aangegaan, heeft zij jegens hem onrechtmatig gehandeld. Dit moet Dexia zwaar worden aangerekend. Weliswaar zijn aan Afnemer omstandigheden toerekenbaar die tot zijn schade hebben bijgedragen, maar vanwege de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten, eist de billijkheid in beginsel dat de vergoedingsplicht van Dexia geheel in stand blijft (zie de eerdergenoemde arresten van de Hoge Raad van 2 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2012 r.o. 5.6 en 5.7). Deze lijn is nadien bevestigd in het arrest van de Hoge Raad van 12 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1935. Weliswaar kunnen er situaties zijn waarin voldoende reden is om een deel van de schade op grond van artikel 6:101 BW voor rekening van de afnemer te doen komen, maar in dit geval zijn dergelijke feiten en omstandigheden niet aanwezig. Er is geen aanleiding om af te wijken van het hierboven genoemde uitgangspunt. De schade komt dan ook geheel voor rekening van Dexia.
Ook moet rekening gehouden worden met het fiscale voordeel dat door Afnemer is genoten. Partijen zijn het er over eens dat dit voordeel € 1.019,56 bedraagt.
In de procedure van partijen zijn dezelfde buitengerechtelijke werkzaamheden gesteld als die, welke in het arrest aan de orde waren, namelijk het opstellen en versturen van enkele gestandaardiseerde stukken (zoals een klachtbrief, een opt-out verklaring en stuitingsbrieven), het voeren van een intakegesprek, het beoordelen van de haalbaarheid van de aanspraken van de belegger en het adviseren daaromtrent en het verzamelen van gegevens om de omvang van de aanspraken van de belegger te kunnen bepalen, zodat ook in dit geval geen aanspraak bestaat op vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
5.De beslissing
€ 1.019,56) vermeerderd met de wettelijke rente daarover telkens vanaf het moment waarop een desbetreffend gedeelte van de betaling daadwerkelijk is voldaan tot de dag van algehele voldoening,