ECLI:NL:RBGEL:2023:4076

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
18 juli 2023
Zaaknummer
AWB 23_4519
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting woning burgemeester Zutphen op grond van ernstige overlast

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster afgewezen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van Zutphen om haar woning te sluiten voor de duur van drie maanden, op grond van artikel 174a van de Gemeentewet. De burgemeester had vastgesteld dat er sprake was van ernstige overlast vanuit de woning, die zich met grote regelmaat en langdurig voordeed, vergelijkbaar met drugsoverlast. De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester bevoegd was om tot sluiting over te gaan en dat de sluiting voor de duur van drie maanden noodzakelijk en evenwichtig is. De voorzieningenrechter wijst erop dat verzoekster niet in staat is gebleken om de overlast te beëindigen, ondanks eerdere waarschuwingen en hulpverlening. De burgemeester heeft alle mogelijke minder ingrijpende maatregelen overwogen, maar deze hebben niet geleid tot verbetering van de situatie. De sluiting van de woning is daarom gerechtvaardigd om de openbare orde te herstellen. De voorzieningenrechter concludeert dat het bezwaar van verzoekster geen redelijke kans van slagen heeft en wijst het verzoek af.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 23/4519

uitspraak van de voorzieningenrechter van

in de zaak tussen

[verzoekster], uit [woonplaats], verzoekster

(gemachtigde: mr. S.G.H. Langeweg),
en

de burgemeester van Zutphen

(gemachtigden: V. Nijman en S.A. Roelink).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen het besluit van de burgemeester van 6 juli 2023. Daarbij heeft de burgemeester met toepassing van artikel 174a van de Gemeentewet wegens verstoring van de openbare orde rond de woning aan de [locatie] in [woonplaats] (de woning) besloten deze te sluiten voor een periode van drie maanden met ingang van 13 juli 2023 om 8.30 uur. De sluiting duurt tot 13 oktober 2023. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
1.1.
In zijn mailbericht van 12 juli 2023 heeft de gemachtigde van de burgemeester bevestigd dat de sluiting van de woning wordt uitgesteld en daarom op 13 juli 2023 om 8.30 uur niet doorgaat.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 13 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, de gemachtigde van verzoekster en de gemachtigden van de burgemeester.
1.3.
Op de zitting hebben de gemachtigden van de burgemeester toegezegd dat sluiting van de woning wordt opgeschort tot 24 uur nadat de uitspraak door de rechtbank per e-mail aan partijen is verzonden.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. De burgemeester is bevoegd om tot sluiting over te gaan en de sluiting voor de duur van drie maanden is niet onevenredig. Het bezwaar tegen de sluiting van de woning heeft daarom geen redelijke kans van slagen, zodat er geen grond is om de sluiting te schorsen. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Het toetsingskader
3. De burgemeester kan op grond van artikel 174a, eerste lid, van de Gemeentewet besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord.
3.1.
Sluiting van een woning is slechts gerechtvaardigd bij overlast die wat betreft de risico's voor de omgeving te vergelijken is met drugsoverlast. Het moet gaan om overlast die maatschappelijk onaanvaardbare vormen heeft aangenomen en die niet met andere, minder ingrijpende middelen kan worden bestreden. Bij de totstandkoming van artikel 174a van de Gemeentewet is benadrukt dat de wetgever met "verstoring van de openbare orde" een ernstige bedreiging van de veiligheid en gezondheid van mensen in de directe omgeving van de woning voor ogen heeft gestaan. [1]
3.2.
Volgens vaste rechtspraak moet aan de hand van concrete, objectieve en verifieerbare gegevens aannemelijk worden gemaakt dat zich in de woning of op het daarbij behorende erf ernstige gedragingen voordoen en dat daardoor verschillende soorten ernstige overlast zich met grote regelmaat en langdurig voordoen. [2] Ingeval de burgemeester aldus aannemelijk maakt dat vanuit de woning of het bijbehorende erf de openbare orde rond de woning wordt verstoord, is hij bevoegd om tot sluiting van de woning over te gaan. Van toepassing van deze bevoegdheid dient de burgemeester vervolgens echter af te zien indien sluiting van de woning onevenredig is. In dat verband dient de burgemeester aannemelijk te maken dat de verstoring van de openbare orde niet toereikend kan worden bestreden met minder ingrijpende maatregelen.
De besluitvorming
4. Verzoekster staat sinds 2018 ingeschreven op het adres van de woning. Zij huurt deze woning via woonbedrijf Ieder1. Op 15 juni 2023 heeft de burgemeester haar een brief gestuurd. Daarin wordt vermeld dat verzoekster over een langere periode woonoverlast veroorzaakt vanuit de woning. In de periode van 30 april 2021 tot 25 april 2023 hebben zich een groot aantal incidenten voorgedaan die gerelateerd zijn aan gedragingen vanuit de woning. Deze incidenten zorgen voor een ernstige overlast en verstoring van het woon- en leefklimaat voor omwonenden. De overlast hangt samen met de grote aantallen bezoekers die naar de woning komen en die leiden tot ruzies, vechtpartijen, geschreeuw en gescheld, bonken op deuren en ramen, gooien met spullen, vernielingen en geluidsoverlast. De meldingen zijn meestal in de nachtelijke uren. Daarnaast is sprake van gestolen goederen die in de woning en tuin gestald worden. Verder wordt regelmatig geconstateerd dat verzoekster onder invloed is. Dat uit blijkt uit meldingen bij de politie en de gemeente. Verzoekster krijgt een laatste kans om de overlast te stoppen, voordat de burgemeester maatregelen neemt. Gezien de specifieke omstandigheden van deze situatie en dat verzoekster ondanks de eerdere waarschuwingen geen blijk geeft dat zij haar gedrag aanpast, heeft de burgemeester haar in die brief gewaarschuwd dat als de overlast voortduurt hij de woning zal sluiten. Dat doet hij op grond van artikel 174a van de Gemeentewet. De burgemeester acht minder vergaande middelen, zoals een gedragsaanwijzing of een tijdelijk huisverbod, daarom niet geschikt om de verstoring van de openbare orde tegen te gaan, omdat deze maatregelen de overlast niet zullen stoppen. De overlast wordt namelijk voor een deel veroorzaakt door bezoekers van de woning, die zich blijkbaar ook de toegang tot de woning verschaffen als verzoekster daar niet verblijft. Mede daarom acht de burgemeester ook een gedragsaanwijzing niet geschikt. De overlast kan ook niet op een andere wijze worden gestopt. Met verzoekster is geprobeerd om door de inzet van hulpverlening grip op de situatie te krijgen. Dit heeft niet tot resultaat geleid. Ook is zij door politie meerdere malen aangesproken op de gedragingen in haar woning. Ook (aankondiging van) maatregelen door woonbedrijf leder1 hebben er niet toe geleid dat verzoekster haar gedrag aanpast. Daarom heeft de burgemeester verzoekster een laatste waarschuwing gegeven. Zij heeft in die brief een week de tijd gekregen om maatregelen te nemen om de overlast te stoppen. De burgemeester heeft daarbij meegedeeld dat indien na deze periode blijkt dat de openbare orde nog steeds wordt verstoord door handelingen in/vanuit de woning hij de woning voor een periode van drie maanden zal sluiten.
4.1.
De burgemeester is in zijn besluit van 6 juli 2023 overgegaan tot sluiting van de woning en legt daaraan – samengevat – het volgende ten grondslag. Uit een rapportage van de politie en meldingen die de burgemeester heeft ontvangen, blijkt dat de overlast na de waarschuwing niet is gestopt. De burgemeester heeft daarom besloten om de woning te sluiten voor een periode van drie maanden met ingang van 13 juli 2023. In het besluit wordt een overzicht gegeven van de meldingen van overlast over de periode van 30 april 2021 tot en met 3 juli 2023. Dat brengt de burgemeester tot het oordeel dat sprake is van langdurige overlast, die zich bovendien met grote regelmaat voordoet en maatschappelijk onaanvaardbare vormen heeft aangenomen. Dit blijkt uit meldingen en constateringen van grote aanloop naar de woning, geschreeuw/vechtpartijen in en om de woning, de aanwezigheid van gestolen goederen, overlast van personen die ’s nachts in huis verblijven en dreigende escalatie, het gebonk op en intrappen van de deur. Daarbij blijkt uit de beschrijvingen dat verzoekster personen toegang verschaft tot de woning die zij vervolgens zelf buiten sluiten of dat personen zichzelf toegang verschaffen tot haar woning. Ook wordt gemeld dat verzoekster, na ingrijpen door de politie, personen die door de politie uit haar woning zijn verwijderd weer opnieuw toegang verschaft zodra de politie verdwenen is. Verder blijkt uit waarnemingen van politie dat personen die de woning bezoeken bekend zijn als drugsdealers en drugsgebruikers. Het gaat hier om een vorm van overlast, waarvan de burgemeester het aannemelijk acht dat deze aan te merken is als drugsoverlast, of op zijn minst daarmee vergelijkbaar is. Dit tast de veiligheid en gezondheid van de omgeving aan. Omwonenden geven aan dat door de aard, de frequentie en de duur van de overlast hun veiligheidsgevoel ernstig wordt aangetast. De burgemeester acht minder vergaande middelen, zoals een gedragsaanwijzing of een tijdelijk huisverbod niet geschikt om de verstoring van de openbare orde tegen te gaan, omdat deze maatregelen de overlast niet zullen stoppen. De overlast wordt namelijk voor een deel veroorzaakt door bezoekers van de woning, die zich blijkbaar ook de toegang tot de woning verschaffen als verzoekster daar niet verblijft. Mede daarom acht de burgemeester ook een gedragsaanwijzing niet geschikt. De overlast kan ook niet op een andere wijze worden gestopt. Er is al over een periode van meerdere jaren sprake van inzet van verschillende vormen van ambulante hulpverlening om verzoekster te helpen haar problematiek aan te pakken. Door het stagneren van de zorg is ook een klinische setting overwogen, maar daar wenste zij zelf niet aan mee te werken. Hulpverleners hebben geprobeerd om via familie hulpverlening te continueren en maatregelen te treffen, maar dit had niet het gewenste effect. Geconcludeerd wordt dat op het gebied van hulpverlening alles is geprobeerd, maar dat dit niet tot resultaat heeft geleid. Daarnaast is verzoekster door de politie meerdere malen aangesproken op de gedragingen in haar woning. Ook (aankondiging van) maatregelen door woonbedrijf Ieder1 en waarschuwingen van de regievoerder extreme woonoverlast hebben er niet toe geleid dat de gedragingen in de woning worden gestopt. Er is niet gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan verzoekster afhankelijk is van deze specifieke woning. De burgemeester acht het belang van het herstel van de openbare orde in de omgeving zwaarwegender dan het belang van verzoekster om gebruik te maken van de woning en de gevolgen van sluiting zijn naar het oordeel van de burgemeester niet onevenredig. Gelet op bovenstaande heeft de burgemeester besloten om toepassing te geven aan zijn bevoegdheid op grond van artikel 174a van de Gemeentewet [3] om sluiting van de woning te gelasten voor een periode van drie maanden, ingaand op 13 juli 2023 en eindigend op 13 oktober 2023.
4.1.1.
De burgemeester legt aan zijn besluit een tweetal op ambtseed opgemaakte bestuurlijke rapportages van de politie ten grondslag. Voor de inhoud van beide rapportages verwijst de voorzieningenrechter naar deze rapportages die aan partijen bekend zijn.
Het standpunt van verzoekster
5. Verzoekster voert – samengevat – het volgende aan. Zij heeft een spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening. Er is inmiddels een huurprocedure aanhangig gemaakt door de woningbouw. Verzoekster is kwetsbaar en kan niet zomaar op straat belanden. De burgemeester kan kiezen voor minder vergaande maateregelen, zoals een waarschuwing of een voorwaardelijke sluiting. Verzoekster kan nergens terecht, ook niet bij de nachtopvang. De buren worden gestimuleerd om elk wissewasje te melden, waardoor het al snel een hele rits aan meldingen wordt. Er is sprake van schending van de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Ook is het besluit onder meer in strijd met het motiveringsbeginsel en het beginsel van een zorgvuldige belangenafweging.
Is de burgemeester bevoegd tot sluiting van de woning?
6. De voorzieningenrechter gaat uit van de juistheid van de inhoud van de bestuurlijke rapportages. Deze zijn op ambtseed opgemaakt. De inhoud van die rapportages wordt ook niet echt bestreden door verzoekster. Niet alles wat in de rapportages staat houdt overlast in, maar duidelijk is wel dat sprake is van een patroon van ernstige gedragingen op en rond de woning die tot grote overlast leiden voor omwonenden in de straat. Dit patroon is na de waarschuwing niet gewijzigd. Uit de bestuurlijke rapportages van de politie van 21 juni 2023 en van 6 juli 2023 volgt dat er, in ieder geval, sinds december 2021 veelvuldig meldingen zijn van diverse soorten van overlast onder meer vanuit de buurt. Daarbij gaat het om ongeveer 150 meldingen en registraties van overlast. Deze zien onder andere op geluidsoverlast op alle tijden van de dag/nacht, ruzie in en vanuit de woning, mogelijk dealgedrag in de woning en problemen met de hond van verzoekster. Het gaat hierbij niet alleen om meldingen, maar een behoorlijk deel van de overlast is ook daadwerkelijk door de politie geconstateerd. De rapportage van 6 juli 2023 bevat uitsluitend constateringen door de politie. De burgemeester heeft hiermee aannemelijk gemaakt dat in en vanuit de woning sprake is van ernstige overlast die zich met grote regelmaat en langdurig voordoet. Deze gedragingen zijn voor wat betreft de risico's voor de omgeving te vergelijken met drugsoverlast. Deze overlast heeft maatschappelijk onaanvaardbare vormen aangenomen. De burgemeester is daarom bevoegd om tot sluiting van de woning voor de duur van drie maanden over te gaan om de openbare orde te herstellen.
Is de sluiting evenredig?
7. Vervolgens is de vraag of de burgemeester had moeten afzien van het toepassen van zijn bevoegdheid, omdat de sluiting onevenredig is. Bij de beoordeling van die vraag sluit de voorzieningenrechter aan bij de uitspraak van de Afdeling van 2 februari 2022 [4] . Hij betrekt bij zijn beantwoording of sluiting noodzakelijk is en of de sluiting in dit geval evenwichtig is.
Is sluiting van de woning noodzakelijk?
7.1.
De sluiting is niet noodzakelijk indien de burgemeester met een minder ingrijpend middel had kunnen en moeten volstaan, omdat het beoogde doel ook daarmee had kunnen worden bereikt. Het gaat hier om een geschikt middel om de overlast te beëindigen.
7.1.1.
Verzoekster betoogt dat de burgemeester met een minder ingrijpend middel had kunnen volstaan. Dit betoog slaagt niet. Van belang is dat na de waarschuwing van 15 juni 2023 onverminderd sprake is geweest van meldingen van diverse soorten overlast in of vanuit haar woning. Zo is volgens de rapportage van 6 juli 2023 sprake geweest van overlastmeldingen op 16, 17, 20, 21, 25, 26, 28 juni, 2 en 3 juli 2023 op verschillende tijdstippen verdeeld over de dag en de nacht. De mate van overlast is ook in die periode ernstig. Op zitting heeft verzoekster verklaard na de waarschuwing van 15 juni 2023 maatregelen te hebben getroffen om te trachten de overlast tegen te gaan. Zo zou zij onder meer de sloten van haar woning hebben vervangen en trachten bezoekers buiten de deur te houden. Desondanks blijkt uit de rapportage van 6 juli 2023 dat diverse malen door de politie is vastgesteld dat bezoekers de woning van verzoekster binnentraden of verlieten ook wanneer zij daar zelf niet aanwezig was. Verder is van belang dat verzoekster vanaf 2012 in beeld is bij verschillende hulpverleners, waaronder Humanitas en Tactus. Door deze hulpverleners zijn diverse pogingen ondernomen om verzoekster de benodigde zorg en begeleiding te bieden en maatregelen te treffen onder meer via haar familie. Deze pogingen hebben tot op heden niet het gewenste effect gehad. Ook is sprake van betrokkenheid van woonbedrijf Ieder1 en de regievoerder extreme woonoverlast van de gemeente Zutphen. Op zitting hebben de gemachtigden van de burgemeester meegedeeld dat getracht is verzoekster te helpen, bijvoorbeeld door het aanbieden van een andere woning zonder tuin. Dit gelet op het feit dat veel overlast vanuit haar achtertuin komt. Ook deze pogingen hebben niet tot het gewenste resultaat geleid. Duidelijk is dat verzoekster niet bij machte is om zelf de overlast te beëindigen. Omdat andere maatregelen, zoals de waarschuwing van 15 juni 2023, en pogingen tot het bieden van hulp en begeleiding en het in overleg met verzoekster zoeken naar andere oplossingen, niet hebben geleid tot vermindering van de mate en ernst van de overlast in en rondom haar woning, heeft de burgemeester redelijkerwijs mogen concluderen dat niet met een minder middel had kunnen worden volstaan.
Is sluiting van de woning gedurende drie maanden evenwichtig?
7.2.
Als sluiting van een woning in beginsel noodzakelijk wordt geacht, neemt dat niet weg dat de sluiting ook evenwichtig moet zijn. De burgemeester moet zich er daarom van vergewissen dat de duur van de sluiting evenwichtig is. Bij deze beoordeling zijn verschillende omstandigheden van belang zijn, zoals de mate van verwijtbaarheid van de aangeschreven persoon en een bijzondere binding met de woning. De nadelige gevolgen van de sluiting moeten worden afgewogen tegen de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de burgemeester een sluiting noodzakelijk mocht vinden. Een sluiting met veel nadelige gevolgen is niet per definitie onevenwichtig.
7.2.1.
In dit geval heeft de burgemeester zich hiervan vergewist. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de omstandigheden die verzoekster heeft aangevoerd niet maken dat sluiting voor drie maanden niet evenwichtig is. Het gedwongen moeten verlaten van de woning en het daarom moeten zoeken naar vervangende woonruimte, leidt in dit geval niet tot het oordeel dat de sluiting onevenwichtig is. Inherent aan de sluiting van de woning is dat de bewoner de woning moet verlaten. Dat is op zichzelf geen bijzondere omstandigheid. [5] Daar komt bij dat van een bijzondere binding met deze woning niet is gebleken. Het belang van de beëindiging van de ernstige overlast is groot. De buurt mag verwachten dat de burgemeester maatregelen neemt om de overlast te beëindigen. Zoals onder 7.1.1 is vermeld, is verzoekster niet bij machte om zelf de overlast te beëindigen. Zij heeft, zo bleek op de zitting, hulp hierbij van de hand gewezen. Dit maakt de mate van verwijtbaarheid groot. Daartegenover staat dat verzoekster een kwetsbare persoon is. De burgemeester heeft laten zien de situatie van verzoekster te onderkennen. Zo staat crisisopvang klaar en kan hulpverlening worden opgestart. De voorzieningenrechter deelt de opvatting van de burgemeester dat het goed lijkt voor verzoekster als zij een tijd lang weg is uit de woning.
7.2.2.
Dit brengt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat de sluiting gedurende drie maanden evenwichtig is.

Conclusie en gevolgen

8. De burgemeester is bevoegd om tot sluiting van de woning van verzoekster over te gaan. De sluiting is noodzakelijk en niet onevenwichtig. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft het bezwaar daarom geen redelijke kans van slagen. Er is dan ook geen aanleiding om het besluit van 6 juli 2023 te schorsen. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek af. De voorzieningenrechter gaat er echter wel vanuit dat de burgemeester, conform zijn toezegging ter zitting, sluiting van de woning zal opschorten tot 24 uur nadat de uitspraak door de rechtbank per e-mail aan partijen is verzonden.
9. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. H. Peters, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te tekenen.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Kamerstukken II 1996/97, 24 699, nr. 5.
2.Bijvoorbeeld ABRvS 1 december 2010 (ECLI:NL:RVS:2010:BO5718), ABRvS 5 april 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:923), ABRvS 6 juni 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1836) en ABRvS 21 juni 2013 (ECLI:NL:RVS:2023:2402).
3.Per abuis vermeldt de burgemeester in het bestreden besluit de Opiumwet. Hij bedoelt daar de Gemeentewet. Dit is op de zitting bevestigd.
4.ABRvS 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285. Deze uitspraak ging over een sluiting op grond van de Opiumwet.
5.Vergelijk ABRvS 7 september 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2630