In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld omdat het UWV volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar aanvraag om een herbeoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van een (ex-)werkneemster van eiseres. Het beroep is gegrond, omdat het UWV niet binnen de beslistermijn heeft beslist. De rechtbank stelt een nadere beslistermijn vast van vier maanden na het verzenden van deze uitspraak en legt een rechterlijke dwangsom op. Eiseres had op 8 oktober 2024 een aanvraag ingediend om een herbeoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van haar (ex-)werkneemster. Het UWV heeft op 29 oktober 2024 een besluit genomen, maar dit was niet tijdig en voldeed niet aan de vereisten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV niet binnen de wettelijke termijn heeft beslist en dat het beroep ontvankelijk en gegrond is. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100 per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor haar proceskosten van € 907. De rechtbank benadrukt het belang van een zorgvuldige behandeling van aanvragen en de noodzaak voor het UWV om tijdig te beslissen.