Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiseres] , te [plaats 1] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
- Van januari 2004 tot en met juli 2006 was zij werkzaam in haar eigen bedrijf [bedrijf] ,
- van mei 2006 tot en met september 2007 heeft zij gewerkt als onderzoeker sociale cohesie in opdracht van Solidez,
- van 15 juni 2006 tot en met 13 december 2006 werkte zij bij Post Service Wageningen,
- van augustus 2006 tot en met november 2006 heeft zij gewerkt als onderzoeker in opdracht van Stichting de Nationale DenkTank , en
- van 4 december 2006 tot en met 31 december 2007 als beleidsmedewerker Wmo bij de gemeente Overbetuwe via Start People B.V..
- Vervolgens was zij van januari 2007 tot en met maart 2007 ontwikkelaar/ uitvoerder creatieve groepsprocessen in opdracht van Iriszorg,
- van januari 2008 tot en met mei 2009 procesbegeleider dorpsvisie [plaats 2] in opdracht van de [vereniging] ,
- van 1 maart 2008 tot en met 28 februari 2010 adviseur implementatie bij Stichting Kenniscentrum Sport en Bewegen en
- van 1 september 2013 tot en met 1 juli 2016 beleidsmedewerker via Driessen Overheid B.V.
per datum aanvraag(dus 27 oktober 2021), rekening houdend met de door de verzekeringsarts bezwaar en beroep aangenomen beperkingen, waaronder de urenbeperking van 20 uur (tot incidenteel 24 uur) per week? Zo ja, welke gevolgen verbindt het UWV aan dit antwoord?
AAW ten tijde van de beëindiging van uitkering(dus op 30 september 2004) rekening houdend met de door de verzekeringsarts bezwaar en beroep aangenomen beperkingen, waaronder de urenbeperking van 20 uur (tot incidenteel 24 uur) per week? Zo ja, welke gevolgen verbindt het UWV aan dit antwoord?
evidentonjuist was. Om te kunnen vaststellen dat een beslissing (evident) onjuist is, moeten alle relevante feiten en omstandigheden bekend zijn, net als de medische en arbeidskundige overwegingen die aan de beslissing ten grondslag hebben gelegen. Al die informatie is echter niet meer beschikbaar. Zoals hierboven is overwogen, komt dit voor rekening en risico van eiseres.
Beslissing
- verklaart het beroep, voor zover dat is gericht tegen het bestreden besluit 1, niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep, voor zover dat is gericht tegen het bestreden besluit 2, ongegrond;
- draagt het UWV op het betaalde griffierecht van € 50 aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt het UWV in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.267,50.