Uitspraak
[derde-partij 1] en [derde-partij 2], uit [plaats], hierna: derde-partij; en
Staat der Nederlanden (Minister van Justitie en Veiligheid), hierna: de Staat.
Rechtbank Gelderland
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Gelderland het beroep van eiseres tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven om haar een last onder dwangsom op te leggen. Eiseres had een paardenbak gerealiseerd op haar perceel, wat in strijd was met het bestemmingsplan. Derde-partij had een handhavingsverzoek ingediend, waarop het college besloot handhavend op te treden. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing en verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is, omdat eiseres geen bijzondere omstandigheden heeft aangevoerd die het college zouden moeten doen afzien van handhaving. De verzoeken om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn worden toegewezen, omdat de totale procedure meer dan vier jaar heeft geduurd, wat de redelijke termijn overschrijdt. De rechtbank kent schadevergoeding toe aan zowel eiseres als de derde-partij, waarbij het college en de Staat der Nederlanden elk een deel van de schadevergoeding moeten betalen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken om schadevergoeding voor het overige af.