Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
OBVION N.V.,
1.De procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de pleitnota aan de zijde van Obvion;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandelingen d.d. 8 september 2015.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 16 september 2015 uitspraak gedaan in het verzoek van Obvion N.V. tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster]. Obvion, een hypotheekverstrekker en onderdeel van de Rabobank-organisatie, heeft het verzoek ingediend op basis van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek (BW), met als argument dat [verweerster] primair ongeschikt zou zijn voor de bedongen arbeid en subsidiair dat er sprake zou zijn van een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Obvion onvoldoende heeft aangetoond dat er sprake was van disfunctioneren van [verweerster] en dat de werkgever niet voldoende inspanningen heeft geleverd om de arbeidsrelatie te verbeteren. De kantonrechter oordeelde dat de lange anciënniteit van [verweerster] en het ontbreken van eerdere disfunctioneren zwaar wogen in de beoordeling. Het verzoek tot ontbinding werd afgewezen, en Obvion werd veroordeeld in de kosten van de procedure, vastgesteld op € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde van [verweerster].